Nieuwsbrief PPO Editie Nummer 6, 19 november 2018 |
|
In deze zesde nieuwsbrief leest u over het congres ‘Aanpak antibioticaresistentie in de ouderenzorg’
|
|
|
In deze nieuwsbrief
In deze zesde nieuwsbrief leest u over het congres ‘Aanpak antibioticaresistentie in de ouderenzorg’, waar Jaap van Dissel de eerste uitkomsten van het PPO presenteerde.
Daarnaast leest u twee duo-interviews over het PPO. Het eerste interview is met Harry Finkenflügel, lid van de Raad van Bestuur van Warande en met Marleen Dijkman, kwartiermaker van Regionaal Zorgnetwerk Utrecht. Zij gaan in op wat het PPO voor hen heeft opgeleverd. Daarnaast is er een interview met RIVM-ers Jaap van Dissel, directeur Centrum Infectieziektebestrijding en Mariken van der Lubben, programmamanager antibioticaresistentie. Zij gaan in op het belang van het PPO voor verpleeghuizen.
Met deze nieuwsbrief brengen we u op de hoogte van de laatste stand van zaken van het PPO en delen we ervaringen uit de praktijk. Wilt u daarom ook andere betrokken bij het PPO in uw netwerk laten weten van het bestaan van deze nieuwsbrief? Dan kunnen zij zich ook aanmelden.
Heeft u een leuk weetje, nieuwtje of een ander idee voor de nieuwsbrief PPO? Of wilt u uw ervaringen met het PPO delen? Laat het ons weten via ppo@rivm.nl.
|
Antibioticaresistentie in ouderenzorg
|
In het kader van de Europese Antibiotica Bewustwordingsdag organiseerde het RIVM samen met Vilans en het ministerie van VWS het congres ‘Aanpak antibioticaresistentie in de ouderenzorg’. Ruim 1000 zorgprofessionals kwamen maandag 19 november bijeen om zich in te zetten voor een gezamenlijke aanpak tegen antibioticaresistentie. Dat is nodig omdat antibioticaresistentie in de toekomst steeds vaker gaat voorkomen.
Resistente bacteriën in de verpleeghuizen
In het plenaire deel van het programma vertelde Jaap van Dissel, directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM, over het voorkomen van resistente bacteriën in de langdurige ouderenzorg. ‘Na een voorlopige analyse van de verzamelde gegevens blijkt dat ongeveer 1 op de 13 verpleeghuisbewoners een resistente bacterie bij zich draagt. Dit is ongeveer evenveel als bij de Nederlandse bevolking. Wel zien we dat er veel variatie is tussen verpleeghuizen. Gelukkig werden bacteriën die resistent zijn tegen de meest gebruikte antibiotica niet gevonden.’ Tot nu toe werden 3389 verpleeghuisbewoners in 124 verpleeghuizen onderzocht op resistente bacteriën. Tot het eind van dit jaar worden in het kader van deze studie nog verpleeghuisbewoners onderzocht. Dan komen pas de definitieve resultaten en kunnen definitieve conclusies getrokken worden. Het RIVM voerde samen met de regionale zorgnetwerken, verpleeghuizen en medisch microbiologische laboratoria dit onderzoek uit. Soms is het nodig om extra maatregelen te nemen als er resistentie wordt gevonden. De verschillende hygienemaatregelen en andere onderwerpen kwamen aan bod in de diverse workshops waarin de professionals met elkaar van gedachten konden wisselen. Zo is het nodig dat de zorgprofessionals aan goede handhygiëne doen. Hiervoor zijn protocollen opgesteld. Daarnaast is het ook belangrijk dat de zorgprofessionals de protocollen met betrekking tot resistente bacteriën nauwgezet opvolgen.
|
|
“Het PPO heeft ons inzicht opgeleverd waar we op kunnen voortborduren”
|
In gesprek met bestuurder zorginstelling en kwartiermaker Regionaal Zorgnetwerk
Het PPO was een grootschalige exercitie waar veel partijen bij betrokken waren. Lid van de Raad van Bestuur van Warande, Harry Finkenflügel, en kwartiermaker Marleen Dijkman van het Regionaal Zorgnetwerk Utrecht blikken terug. Finkenflügel: “Toen bleek dat het voor de verzorgers geen al te grote extra belasting was, besloten we aan het PPO mee te doen.”
|
Dijkman vertelt dat in eerste instantie de belasting voor de bewoners voor zorginstellingen een belangrijk argument was om wel of niet aan het PPO mee te doen. Toen dat bleek mee te vallen, verschoof de afweging naar de belasting voor de werkvloer.
Foto: Marleen Dijkman
|
|
|
Dat gold ook voor Seniorencomplex Warande Zeist. Uiteraard vonden we het belangrijk om mee te doen, vertelt Finkenflügel. “We willen dat resistente bacteriën in ieder geval niet via ons huis worden overgedragen. We zorgen ervoor dat ouderen goed wonen in de laatste fase van hun leven. Een infectie met een resistente bacterie kan de kwaliteit van hun leven erg aantasten.” Maar we wilden ook de verzorgers niet te veel belasten, vervolgt hij. “We zijn als bestuur terughoudend om hen extra taken op te leggen; ze hebben al zoveel te doen. Onze verpleegkundig specialist Petra Tasseron heeft in overleg met de commissie infectiepreventie een advies opgesteld voor het management. Daaruit bleek dat het te doen was.”
Blijvende aandacht
Het PPO is bij Warande Zeist goed gegaan. Ze hoefden geen extra bestrijdingsmaatregelen te nemen. “Ons beleid is daarom niet veranderd. Uiteraard blijft aandacht voor infectiebestrijding en hygiëne altijd nodig. We kijken altijd waar het nog beter kan,” aldus Finkenflügel.
|
Het kan ook anders verlopen, vult Dijkman aan. Sommige verpleeghuizen waren in principe bereid om mee te doen, maar deden dat uiteindelijk niet vanwege een gebrek aan menskracht. “In veel organisaties zijn verandertrajecten gaande, en dan werd deze exercitie te veel van het goede,” aldus Dijkman. Het PPO is soms een vehicle gebleken om antibioticaresistentie onder de aandacht te brengen, vervolgt ze. Verpleeghuizen zijn zich er bewuster van geworden. “Ook als er geen problemen waren, hebben sommige instellingen toch extra aandacht aan infectiepreventie besteed. Door het PPO werd soms zichtbaar worden wat beter kon.”
Samenwerking Regionaal Zorgnetwerk
De ondersteuning vanuit de Regionale Zorgnetwerken was belangrijk, zowel bij de werving van zorginstellingen als bij de uitvoering. In de regio Utrecht is een voorbereidende sessie georganiseerd, waarin onder andere is toegelicht welke maatregelen in een verpleeghuis nodig zijn bij een uitbraak van resistente bacteriën. De aanwezigen konden dat zelf ervaren met behulp van een ABR-simulatie, die het RIVM heeft ontwikkeld. Op deze manier hebben ook organisaties die uiteindelijk niet aan het PPO besloten mee te doen, kennis opgedaan.
Het Zorgnetwerk heeft alle verpleeghuizen via hun besturen benaderd. Als het bestuur besloot om aan het PPO deel te nemen, verliep het contact vanuit de Zorgnetwerken tussen de PPO-coördinator van de desbetreffende regio met de contactpersoon antibioticaresistentie van het verpleeghuis. Dat voorkwam dat er te veel mensen mee gemoeid waren. De contactpersoon was verantwoordelijk voor de communicatie richting het verpleeghuis. Finkenflügel: “De samenwerking met de PPO-coördinator, Emma Rademaker, was goed. Zij speelde in op alles wat nodig was en heeft het verpleeghuis veel werk uit handen genomen. Daardoor was het praktisch te doen. Zo iemand is dus wel nodig.”
|
Finkenflügel is blij dat zijn organisatie aan het PPO heeft meegedaan en zou het zo weer doen. Het heeft inzicht gebracht waar ze op kunnen voortborduren. Finkenflügel: “We spannen ons als zorginstelling in om mensen gezond te houden. Het raakt aan de waardigheid van oude en kwetsbare mensen. Zij hebben allerlei beperkingen waar we vaak niets aan kunnen doen. Hier kunnen we wel wat aan doen.”
Foto: Harry Finkenflügel
|
|
|
Ken uw vijand: antibioticaresistentie in de ouderenzorg
|
Antibioticaresistentie (ABR) is mondiaal een groeiend probleem. Voor Nederland is het allerbelangrijkste om bewustwording te creëren bij de bestuurslaag van zorginstellingen, zegt professor dokter Jaap van Dissel, directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM. “Dat je weet of er resistente bacteriën in jouw instelling voorkomen en zo ja, dat die zich kunnen verspreiden. Pas als je de vijand kent, kun je hem effectief bestrijden.”
Om te achterhalen hoe vaak bewoners drager zijn van resistente bacteriën in verpleeghuizen is begin 2018 het PPO gestart. “Het onderzoek is in feite een nulmeting voor de langdurige ouderenzorg’, vult programmamanager antibioticaresistentie van het RIVM Mariken van der Lubben aan. “In tegenstelling tot de ziekenhuissector was antibioticaresistentie in de ouderenzorg nog een blinde vlek. In ziekenhuizen wordt nu eenmaal veel meer onderzoek gedaan naar resistente bacteriën.”
|
Het onderzoek spitst zich toe tot twee hoofdvragen. Ten eerste de vraag of in verpleeghuizen de meest resistente onder de bacteriën, Carbapenemase-producerende Enterobacteriaceae (CPE), voorkomen. Deze bacteriën vormen de belangrijkste bedreiging voor de klinische patiëntenzorg en openbare gezondheidszorg – zorgonderdelen waarmee de verpleeghuizen intensief samenwerken. “De tweede vraag betreft hoeveel EBSL(Extended Spectrum Beta-Lactamase)-producerende bacteriën voorkomen in de ouderenzorg en of dat afwijkt van de rest van Nederland,” aldus Van der Lubben.|
Foto: Mariken van der Lubben
|
|
|
Resistentie bestrijden
Van Dissel legt uit: “Antibiotica hebben de medische zorg enorm vooruit geholpen. De afgelopen tien tot vijftien jaar zijn er steeds minder nieuwe antibiotica ontwikkeld, maar is het aantal resistente bacteriën gestegen. Daarom heeft de World Health Organization (WHO) internationaal de alarmklok geluid. Antibioticaresistentie bestrijden we op een aantal manieren. Allereerst door antibiotica verstandig voor te schrijven, oftewel alleen bij een bacteriële infectie. Ten tweede hygiëne in brede zin. Want als je een infectie voorkomt, hoef je geen antibioticum voor te schrijven. En ten slotte door te weten welke bacteriën je in huis hebt en waar ze vandaan komen. Met die informatie kun je gerichte maatregelen inzetten om te voorkomen dat ze zich verspreiden.”
|
Verpleeghuizen
Verpleeghuizen zijn waarschijnlijk een belangrijke plaats om antibioticaresistentie te bestrijden. Op deze plek wonen veel mensen die er vaak vanuit het ziekenhuis komen, die wellicht problemen hebben met incontinentie en door een hoge leeftijd al vatbaarder zijn voor infecties. Van Dissel: “Dit vergroot het risico op een uitbraak van resistente bacteriën.”
Foto: Jaap van Dissel
|
|
|
Meedoen met het PPO-onderzoek heeft volgens hem niets met een schuldvraag of verantwoording te maken. Wel met in een nulmeting vastleggen hoeveel personen een resistente bacterie met zich meedragen in de darm. De maatregelen die nodig zijn als resistente bacteriën worden gevonden, zijn ook minder ingrijpend dan mensen wellicht denken, vervolgt hij. “Het is niet zo dat ineens personen in een huis in isolatie of quarantaine moeten, zoals in een ziekenhuis gebeurt. Doordat je weet wie dragers zijn, weet je wie bijvoorbeeld een eigen toilet moet gebruiken en niet naar een gemeenschappelijk toilet mag. Voor specifieke bacteriën worden bijpassende hygiënemaatregelen van kracht.”
Aandacht
Aandacht voor het onderwerp is dus van groot belang. Van der Lubben: “ABR-bestrijding vraagt aandacht en inspanning. In de ouderenzorg gaat momenteel begrijpelijkerwijs veel aandacht uit naar bijvoorbeeld de krapte op de arbeidsmarkt en de toenemende complexiteit van de zorgvraag. Maar of je nu wil of niet, infectieziekten zullen er altijd zijn, en door resistentie van bacteriën een toenemende dreiging vormen. Antibioticaresistentie zal daarom blijvende aandacht nodig hebben, ook van de verpleeghuissector.”
|
Ook uw ervaringen met het PPO delen?
Laat het ons weten via ppo@rivm.nl
|
|
Suggesties voor de nieuwsbrief
Wat vind je van de nieuwsbrief, heb je suggesties voor verbetering en ideeën voor artikelen en/of interviews? Laat het weten via ppo@rivm.nl
|
|
Service
U ontvangt deze e-mail op het mailadres {{$Customer.EmailAddress}},
omdat u hebt aangegeven e-mailberichten te willen ontvangen.
Aanmelden | Wijzig voorkeuren | Direct afmelden
Dit bericht kan informatie bevatten die niet voor u is bestemd. Indien u niet de geadresseerde bent of dit bericht abusievelijk aan u is toegezonden, wordt u verzocht dat aan de afzender te melden en het bericht te verwijderen. De Staat aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die verband houdt met risico's verbonden aan het elektronisch verzenden van berichten.
|
|