Nieuwsbrief SNIVJaargang 10, Editie 2, 10 juli 2018 |
|
19 instellingen nemen met 32 locaties deel aan de incidentiemeting
16 instellingen nemen met 27 locaties deel aan de prevalentiemeting
|
|
|
Het doel van SNIV
Landelijk inzicht geven in het vóórkomen van infectieziekten in uw eigen verpleeghuis in vergelijking met dat van de andere deelnemende huizen. Uiteindelijk doel is het optimaliseren van de infectiepreventie in verpleeghuizen. Wilt u ook deelnemen aan één van de modules?
Mail dan naar sniv@rivm.nl.
We geven graag een presentatie over SNIV op uw locatie.
SNIV is binnen RIVM/CIb/EPI onderdeel van de projectgroep zorg gerelateerde infecties en antimicrobiële resistentie
|
|
Interview met Lara Hartog, stagiaire bij SNIV
|
Hallo Lara, Wil je je zelf voorstellen, welke studie doe je? En hoe past SNIV daarin?
Mijn naam is Lara Hartog, op dit moment 24 jaar en heb ik bijna mijn Master afgerond. Ik ben begonnen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam met de Bachelor gezondheid en leven en na het afronden van mijn onderzoeksstage leek het me erg leuk om door te gaan met de Research Master Global health, ook aan de VU. Naast mijn Master werk ik zelf ook in de ouderenzorg. Ik begon als helpende in verschillende verpleeghuizen in Amsterdam en ben daarna bij Mantelaar als zorgstudent aan de slag gegaan. Nu ga ik bij thuiswonende ouderen langs om de mantelzorgers te ondersteunen en om met de ouderen te kletsen en gezellige activiteiten te ondernemen.
|
|
|
Je bent bij SNIV betrokken geraakt door je studie, welke studie is dat en hoe past SNIV daarin?
Mijn master is vooral gericht op het verwerven van onderzoekskwaliteiten binnen de sector internationale publieke gezondheid. Een belangrijk onderdeel van de studie is het combineren van de kennis vanuit het onderzoek en vanuit de praktijk. Dit sloot goed aan bij de vraag die op dat moment binnen SNIV speelde, namelijk; wat zijn de redenen voor verpleeghuizen om wel of niet aan SNIV deel te nemen en hoe kunnen we deze kennis gebruiken om SNIV te verbeteren. Ik vond het vooral heel leuk om te werken aan een vraag waar het SNIV team echt iets aan zou hebben en doordat ik zelf ook in verpleeghuizen heb gewerkt sprak het onderwerp me ook erg aan.
|
Kun je wat vertellen over de opzet van je stage binnen SNIV?
Om de vraag van het SNIV team te beantwoorden, wilden we eerst alle voor-en nadelen van deelname aan SNIV in kaart brengen. Om hier achter te komen interviewde ik een aantal specialist ouderengeneeskunde van verpleeghuizen die reeds aan SNIV deelnemen, die gestopt zijn met deelname aan SNIV en/of die nog nooit aan SNIV hadden deelgenomen. Door deze verschillende personen te interviewen leerde ik hun redenen van wel of niet deelnemen aan SNIV kennen en dit vatte ik samen in een overzicht. Nadat we alle voors- en tegens in een overzicht hadden, kozen we twee onderwerpen die het meeste terugkwamen en waarvan we dachten dat er ruimte voor verbetering zou zijn. Dit waren de terugrapportages en de wijze van registreren. Om tot nieuwe ideeën voor verbeteringen te komen organiseerde we een focusgroep met een aantal SNIV deelnemers. De focusgroep was een soort brainstorm sessie waarin we met drie deelnemers naar nieuwe ideeën gingen kijken. Dit was heel erg leuk om te organiseren en leuk om te horen met wat voor ideeën de deelnemers zelf kwamen.
|
Wat zijn de resultaten van je onderzoek en hoe kunnen de medewerkers van SNIV deze gebruiken?
Alle informatie van de interviews en de focusgroep heb ik verwerkt in een verslag, welke ik als scriptie heb ingeleverd voor mijn Master en welke ook binnenkort op de website van SNIV te vinden is. Het verslag zelf is behoorlijk lang, omdat het aan de eisen van mijn studie moest voldoen, daarom zal ik bij deze ook een korte samenvatting geven. Veel voorkomende redenen om niet de te nemen hadden te maken met tijd en gebruikersgemak van SNIV, enkele suggesties waren daarom ook om SNIV gegevens te kunnen registreren binnen het eigen elektronische cliënten dossier, om het registreren te vereenvoudigen en tijd te besparen. Wat betreft de terugrapportages bleek het niet altijd duidelijk te zien hoe en waarvoor deze gebruikt konden worden en bleek de informatie niet altijd overeen te komen met het soort informatie waaraan verpleeghuizen behoefte hebben. Ideeën voor de terugrapportages waren daarom ook om er een uitleg bij te geven en om deze beter af te stemmen met de wensen en vragen van de verpleeghuizen. Door mijn onderzoek werd ook duidelijk dat er vaak nog vragen binnen de verpleeghuizen waren rondom SNIV. Voorbeelden van vragen waren: wat doet SNIV met de gegevens? Hoe kunnen we de terugrapportages interpreteren en gebruiken? En voor de niet-deelnemende verpleeghuizen: hoe het registreren dan precies in zijn werk zou gaan en hoeveel tijd kost het registreren? Dit zijn vragen waar het SNIV team eenvoudig duidelijkheid over kan geven nu zij weten dat deze vragen spelen. Bij presentaties voor geïnteresseerde verpleeghuizen is het daarom van belang om van te voren te weten waar zij vragen over hebben, zodat de presentatie hierop afgestemd kan worden.
Tot slot, liet het onderzoek vooral zien dat het belangrijk is om een duidelijk doel te hebben voor de registratie, wanneer de registratie als nuttig werd ervaren, vereenvoudigde dit ook het gehele registratie proces. Ik denk dat het goed is dat de ervaringen van verpleeghuizen in kaart is gebracht en dat het voor het SNIV team veel informatie heeft opgeleverd.
|
Dank je wel voor je uitleg Lara en veel succes met het afronden van je studie.
|
Aankondiging "van Data naar Doen"
|
|
Op 11 september wordt in Amersfoort de bijeenkomst "van Data naar Doen" gehouden. Deze bijeenkomst is mede georganiseerd door SNIV, we roepen de SNIV deelnemers dan ook op naar deze bijeenkomst te komen en met ons mee te gaan van data naar doen. Iedereen kan zich inschrijven voor een workshop waarvan bij een aantal workshops is aangegeven dat ze interessant zijn voor specialist ouderengeneeskunde. Maar er is ook een workshop speciaal voor verzorgende en verpleegkundige, in deze workshop wordt stil gestaan bij het feit dat er allerlei protocollen en richtlijnen zijn maar dat het in de praktijk vaak nog best wel lastig is om het juiste te doen. Wat moet je wanneer doen en waarom is dat niet voor iedere BRMO hetzelfde?
In de workshop infectiepreventie wordt uitgelegd hoe het zit en in het tweede deel wordt er mee geoefend. Breng de workshop onder de aandacht van de verzorgende en verpleegkundige va0n uw instelling en laat ze mee doen zodat ze na afloop precies weten welke maatregelen je wanneer moet nemen en hoe je dat in de praktijk uitvoert.
|
Antibioticaresistentie Surveillance bijeenkomst:
van Data naar Doen
Datum: 11 september 2018
Tijd: 12-17 uur
Plaats: Amersfoort, de Eenhoorn
|
Aanmelding
Indien u aan de bijeenkomst wenst deel te nemen wordt u verzocht u aan te melden en aan te geven naar welke workshop uw voorkeur uitgaat via het inschrijfformulier:
|
Kick-off meeting prevalentiemeting november 2018
|
Als u zich heeft aangemeld voor de SNIV prevalentiemeting in november willen wij u graag uitnodigen om deel te nemen aan de Kick off meeting gehouden in september/oktober.
Tijdens deze bijeenkomst laten wij zien hoe er het beste geregistreerd kan worden en ontvangt u extra informatie. Ook zal er tijd gereserveerd worden om uw vragen te beantwoorden.
|
Resultaten incidentiemeting t/m week 23 van 2018
|
De incidentie van het huidige jaar 2018 is weergegeven in paars, het bijbehorende 5-wekelijkse lopend gemiddelde (trend) in rood, de trend van 2016 in groen, de trend van 2015 in het blauw, de trend van 2014 in zwart, 2013 in het donkergrijs
|
De incidentie van Gastro-enteritis is in het voorjaar hoog met een piek rond week 13. Daarna is er een normalisatie tot een incidentie die vergelijkbaar is met vorige jaren.
|
Influenza-achtig ziektebeeld
|
De piek van het influenza seizoen heeft voor de SNIV incidentie duidelijk gelegen rond week 9. Veel later dan in de andere jaren met een hoge incidentie 2015 en 2017.
|
De trendlijn van de vermoedelijke pneumonie is in de eerste weken van 2018 vergelijkbaar met andere jaren. Vanaf week 12 is de trendlijn de laagste van de afgelopen jaren.
|
De trendlijn van urineweginfecties in 2018 is de laagste van de afgelopen jaren. Alleen in 2013 was de trendlijn vergelijkbaar.
|
Er worden rond de 6 sterfgevallen per 1000 bewoners gemeld per week. Da is zeer vergelijkbaar met alle voorgaande jaren.
|
Service
U ontvangt deze e-mail op het mailadres {{$Customer.EmailAddress}},
omdat u hebt aangegeven e-mailberichten te willen ontvangen.
Aanmelden | Wijzig voorkeuren | Direct afmelden
Dit bericht kan informatie bevatten die niet voor u is bestemd. Indien u niet de geadresseerde bent of dit bericht abusievelijk aan u is toegezonden, wordt u verzocht dat aan de afzender te melden en het bericht te verwijderen. De Staat aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die verband houdt met risico's verbonden aan het elektronisch verzenden van berichten.
|
|